Wilo-Rexa SOLID-Q

Afvalwaterdompelpomp zonder en met actief koelsysteem voor transport van onbehandeld afvalwater voor continu bedrijf in stationaire en transportabele natte opstelling en stationaire droge opstelling.

Transport van

• Onbehandeld afvalwater met fecaliën en langvezelige bestanddelen
• Afvalwater met fecaliën
• Proceswater

• Oppervlaktegekoelde of zelfkoelende motoren met actief koelsysteem
• Asynchroonmotoren tot rendementsklasse IE3
• Permanente magneetmotor tot rendementsklasse IE5
• Langswaterdichte kabelinvoer

• Netaansluiting: 3~400 V, 50 Hz
• Bedrijfssituatie ondergedompeld: S1
• Bedrijfssituatie niet-ondergedompeld: S1 (FK-, FKT-, HC-motor) resp. S2 (T-motor, vermogensafhankelijk)
• Beschermingsklasse: IP68
• Mediumtemperatuur: 3…40 °C, hogere temperaturen op aanvraag
• Vrije doorlaat:
  • T-waaier: 78x105…150x150 mm
  • G-waaier: 80 resp. 90 mm
  • Q-waaier: 78 mm
• Max. dompeldiepte: 20 m

• Behuizingsdelen: EN-GJL-250 of EN-GJS-500-7
• Waaier: EN-GJL-250 of EN-GJS-500-7
• Statische afdichtingen FPM
• Afdichting aan pompzijde: SiC/SiC
• Afdichting aan motorzijde: FPM, kool/keramiek of SiC/SiC
• As: Roestvrij staal 1.4021

Afvalwaterdompelpomp als overstroombaar blokaggregaat voor de stationaire en transportabele natte en droge opstelling. De transportabele opstelling is typeafhankelijk mogelijk.

Hydraulica

De afvoer aan de perszijde is als horizontale flensverbinding uitgevoerd. De maximaal mogelijke droge stof bedraagt max. 8 %. De volgende waaiervormen worden gebruikt:

• T = gesloten tweekanaalswaaier
• G = halfopen éénkanaalwaaier
• Q = halfopen tweekanaalswaaier

Bij de SOLID-G- en SOLID-Q-waaier kan de spleet tussen zuigaansluiting en waaier worden afgesteld. Hierdoor blijft de efficiëntie van het hydraulische systeem gelijk.

Motor

Voor de aandrijving worden dompelmotoren met passieve en actieve koeling gebruikt:

• T-motoren (oppervlaktegekoelde motoren) hebben een passieve koeling. Ze geven hun afvalwarmte via de huisdelen direct aan de omgevende vloeistof af. De motoren kunnen daarom worden ondergedompeld in continu bedrijf (S1) en niet-ondergedompeld, vermogensafhankelijk, in kortstondig bedrijf (S2) worden ingezet.
• FK-, FKT- en HC-motoren zijn zelfkoelend en hebben een actief koelsysteem. De afvalwarmte wordt via het koelmiddel (witte olie of water-glycolmengsel) naar een geïntegreerde warmtewisselaar geleid. Deze geeft dan de afvalwarmte aan de omgevende vloeistof af. Daarom zijn deze motoren voor het continue bedrijf (S1) in ondergedompelde en niet-ondergedompelde toestand geschikt.

Alle motoren hebben een afdichtingsruimte die de motor beschermt tegen het naar binnendringen van vloeistof. Deze is van buiten toegankelijk en kan optioneel met een afdichtingsruimte-elektrode bewaakt worden. Alle gebruikte vulvloeistoffen zijn potentieel biologisch afbreekbaar en vormen geen bedreiging voor het milieu.

Aanvullend zijn er afhankelijk van het vermogen ook hoogefficiënte motoren beschikbaar:

• • Asynchroonmotoren met rendementsklasse IE3*
  • Permanente magneetmotoren met rendementsklasse IE4/5*

* (IE3/4 = in navolging van IEC 60034-30, IE5 = in navolging van IEC TS 60034-30-2)

De kabelinvoer van de motor is langswaterdicht, de kabellengtes zijn individueel configureerbaar.

Afdichting

Afhankelijk van het motortype zijn de volgende varianten voor de medium- en motorzijdige afdichting mogelijk:

• Variant G: twee onafhankelijk werkende mechanische afdichtingen
• Variant K: blokafdichtingscassette met twee onafhankelijk werkende mechanische afdichtingen

• Afvalwaterdompelpomp
• voedingskabel met vrij kabeleinde
• Gemonteerde toebehoren
• Bedrijfs- en onderhoudshandboek

• Speciale spanningen
• Bewakingsinrichtingen voor
  • Wikkelingsbewaking met PTC-voeler of Pt100
  • Afdichtingsruimte
  • Motor-/klemmenkast
  • Opslagtemperatuur
• Ceram-coating C0 tot C3 voor abrasieve en corrosieve media
• Ex-vergunning conform ATEX of FM
• Nexos Intelligence:
  • Vermindering van uitvaltijden en servicebezoeken omdat verstoppingen automatisch worden herkend en verholpen
  • Verlaging van de energiekosten door de geïntegreerde automatische besturing voor een bedrijfssituatie die optimaal is voor de specifieke installatie
  • Comfortabele besturing en netwerkverbinding met het stationsnetwerk door een geïntegreerde webserver en Ethernet-interface met standaard netwerkprotocollen in de pomp
  • Hogere bedrijfsveiligheid in geval van storingen dankzij een redundant uitgevoerde, geïntegreerde pompbesturing
  • Installatieoplossing met digitale functies en interfaces die specifiek op de toepassing kunnen worden aangepast

• Kettingen
• Inhanginrichting of pompvoet
• Bevestigingssets met ankerbouten
• Schakeltoestellen, relais en stekkers

Bedrijf in natte opstelling met niet-ondergedompelde motor:

Bij de zelfkoelende motoren (FK-, FKT-, HC-motor) is het niet-ondergedompelde gebruik van de motor toegestaan.

Bij de oppervlaktegekoelde motoren (T-motor) is het mogelijk de motor kortstondig (S2-bedrijf), afhankelijk van het vermogen, boven water te halen. De maximale looptijd met niet-ondergedompelde motor is afhankelijk van de vloeistof- en omgevingstemperatuur. De precieze gegevens over de bedrijfssituatie en -tijd (bijv. S2-15) vindt u op het typeplaatje van de pomp in kwestie!

Droogloopbeveiliging:

Het hydraulische huis moet altijd ondergedompeld zijn. Bij schommelende niveaus moet een automatische uitschakeling plaatsvinden zodra de minimale wateronderdompeling bereikt is. Raadpleeg hiervoor de maatschetsen.

Horizontale opstelling:

Een horizontale opstelling is met deze aggregaten niet mogelijk!

• Netaansluiting: 3~400 V, 50 Hz
• Bedrijfssituatie ondergedompeld: S1
• Bedrijfssituatie niet-ondergedompeld: S1 (FK-, FKT-, HC-motor) resp. S2 (T-motor, vermogensafhankelijk)
• Beschermingsklasse: IP68
• Mediumtemperatuur: 3…40 °C, hogere temperaturen op aanvraag
• Vrije doorlaat:
  • T-waaier: 78x105…150x150 mm
  • G-waaier: 80 resp. 90 mm
  • Q-waaier: 78 mm
• Max. dompeldiepte: 20 m

• Behuizingsdelen: EN-GJL-250 of EN-GJS-500-7
• Waaier: EN-GJL-250 of EN-GJS-500-7
• Statische afdichtingen FPM
• Afdichting aan pompzijde: SiC/SiC
• Afdichting aan motorzijde: FPM, kool/keramiek of SiC/SiC
• As: Roestvrij staal 1.4021

Afvalwaterdompelpomp als overstroombaar blokaggregaat voor de stationaire en transportabele natte en droge opstelling. De transportabele opstelling is typeafhankelijk mogelijk.

Hydraulica

De afvoer aan de perszijde is als horizontale flensverbinding uitgevoerd. De maximaal mogelijke droge stof bedraagt max. 8 %. De volgende waaiervormen worden gebruikt:

• T = gesloten tweekanaalswaaier
• G = halfopen éénkanaalwaaier
• Q = halfopen tweekanaalswaaier

Bij de SOLID-G- en SOLID-Q-waaier kan de spleet tussen zuigaansluiting en waaier worden afgesteld. Hierdoor blijft de efficiëntie van het hydraulische systeem gelijk.

Motor

Voor de aandrijving worden dompelmotoren met passieve en actieve koeling gebruikt:

• T-motoren (oppervlaktegekoelde motoren) hebben een passieve koeling. Ze geven hun afvalwarmte via de huisdelen direct aan de omgevende vloeistof af. De motoren kunnen daarom worden ondergedompeld in continu bedrijf (S1) en niet-ondergedompeld, vermogensafhankelijk, in kortstondig bedrijf (S2) worden ingezet.
• FK-, FKT- en HC-motoren zijn zelfkoelend en hebben een actief koelsysteem. De afvalwarmte wordt via het koelmiddel (witte olie of water-glycolmengsel) naar een geïntegreerde warmtewisselaar geleid. Deze geeft dan de afvalwarmte aan de omgevende vloeistof af. Daarom zijn deze motoren voor het continue bedrijf (S1) in ondergedompelde en niet-ondergedompelde toestand geschikt.

Alle motoren hebben een afdichtingsruimte die de motor beschermt tegen het naar binnendringen van vloeistof. Deze is van buiten toegankelijk en kan optioneel met een afdichtingsruimte-elektrode bewaakt worden. Alle gebruikte vulvloeistoffen zijn potentieel biologisch afbreekbaar en vormen geen bedreiging voor het milieu.

Aanvullend zijn er afhankelijk van het vermogen ook hoogefficiënte motoren beschikbaar:

• • Asynchroonmotoren met rendementsklasse IE3*
  • Permanente magneetmotoren met rendementsklasse IE4/5*

* (IE3/4 = in navolging van IEC 60034-30, IE5 = in navolging van IEC TS 60034-30-2)

De kabelinvoer van de motor is langswaterdicht, de kabellengtes zijn individueel configureerbaar.

Afdichting

Afhankelijk van het motortype zijn de volgende varianten voor de medium- en motorzijdige afdichting mogelijk:

• Variant G: twee onafhankelijk werkende mechanische afdichtingen
• Variant K: blokafdichtingscassette met twee onafhankelijk werkende mechanische afdichtingen

• Afvalwaterdompelpomp
• voedingskabel met vrij kabeleinde
• Gemonteerde toebehoren
• Bedrijfs- en onderhoudshandboek

• Speciale spanningen
• Bewakingsinrichtingen voor
  • Wikkelingsbewaking met PTC-voeler of Pt100
  • Afdichtingsruimte
  • Motor-/klemmenkast
  • Opslagtemperatuur
• Ceram-coating C0 tot C3 voor abrasieve en corrosieve media
• Ex-vergunning conform ATEX of FM
• Nexos Intelligence:
  • Vermindering van uitvaltijden en servicebezoeken omdat verstoppingen automatisch worden herkend en verholpen
  • Verlaging van de energiekosten door de geïntegreerde automatische besturing voor een bedrijfssituatie die optimaal is voor de specifieke installatie
  • Comfortabele besturing en netwerkverbinding met het stationsnetwerk door een geïntegreerde webserver en Ethernet-interface met standaard netwerkprotocollen in de pomp
  • Hogere bedrijfsveiligheid in geval van storingen dankzij een redundant uitgevoerde, geïntegreerde pompbesturing
  • Installatieoplossing met digitale functies en interfaces die specifiek op de toepassing kunnen worden aangepast

• Kettingen
• Inhanginrichting of pompvoet
• Bevestigingssets met ankerbouten
• Schakeltoestellen, relais en stekkers

Bedrijf in natte opstelling met niet-ondergedompelde motor:

Bij de zelfkoelende motoren (FK-, FKT-, HC-motor) is het niet-ondergedompelde gebruik van de motor toegestaan.

Bij de oppervlaktegekoelde motoren (T-motor) is het mogelijk de motor kortstondig (S2-bedrijf), afhankelijk van het vermogen, boven water te halen. De maximale looptijd met niet-ondergedompelde motor is afhankelijk van de vloeistof- en omgevingstemperatuur. De precieze gegevens over de bedrijfssituatie en -tijd (bijv. S2-15) vindt u op het typeplaatje van de pomp in kwestie!

Droogloopbeveiliging:

Het hydraulische huis moet altijd ondergedompeld zijn. Bij schommelende niveaus moet een automatische uitschakeling plaatsvinden zodra de minimale wateronderdompeling bereikt is. Raadpleeg hiervoor de maatschetsen.

Horizontale opstelling:

Een horizontale opstelling is met deze aggregaten niet mogelijk!