24.09.2018
Al in 2005 was het eerste gezamenlijke initiatief van de toonaangevende pompfabrikanten van Europa (via de Europese pomporganisatie Europump) om energiezuinige pompen te installeren. Het ging in dit geval om natloperpompen waarop een energielabel werd geplakt, maar verplicht was het niet. Dit project was een voorbeeld van hoe een sector op eigen initiatief de voorkeur geeft aan wetgeving om een verhoogd milieubewustzijn en een lager energieverbruik te promoten.
De energielabeling had grotendeels dezelfde structuur als die momenteel wordt gebruikt voor koelkasten, wasmachines en lichtbronnen.
Europa stelt nieuwe energienormen voor pompen
Onder de zogenaamde ErP-richtlijn trad de eerste verordening van de EU-commissie in werking in 2011. Het duidelijke verschil ten opzichte van eerdere verordeningen was dat de richtlijn niet langer vrijwillig was maar moest worden gevolgd door alle EU-landen bij de verkoop van pompen. Deze eerste richtlijn omvatte droogloperpompen: zowel circulatiepompen als drukverhogingspompen.
De verordening omvatte de efficiëntie van elektromotoren en de eerder van toepassing zijnde indexmarkering EFF1-EFF3 werd vervangen door de zogenaamde internationale efficiëntie-index (IE) als nieuwe energielabel.
De tabel links toont de verschillende stappen met een geleidelijke verstrakking van de vereisten.

Als we teruggaan naar de natloperpompen volgde op 1 januari 2014 een nieuwe EU-verordening onder de ErP-richtlijn. In dit geval zouden de pompen onder een vooraf gedefinieerde index vallen, de zogenaamde energie-efficiëntie-index als nieuw energielabel. In de eerste fase werd deze index vastgesteld op 0.27 voor 1 augustus 2015 en werd daarna teruggebracht tot 0.23, wat ook vandaag nog geldt (2018). Motoreenheden zijn ook opgenomen in de richtlijn.
Resultaat was het gemiddelde elektriciteitsverbruik voor nieuw geïnstalleerde natlopercirculatiepompen aanzienlijk lager werd.
Om een beeld te krijgen van het energiebesparingspotentieel heeft de Europese Commissie geschat dat we in 2020 in de gehele EU een jaarlijkse energiebesparing kunnen realiseren van 23 TWh, wat overeenkomt met de opwekking van zes middelgrote kolencentrales.
De tabel rechts toont het tijdschema en het type installatie verdeeld in verschillende stappen.

Droogloperpomp en hydrauliek
In de eerder beschreven EI-index wordt alleen rekening gehouden met de motorefficiëntie van de droogloperpomp. Voor een holistische kijk en en om de totale efficiëntie van de pompen te verhogen, werd in 2013 een hydraulische efficiëntierichtlijn, de zogenaamde MEI-index, ingesteld. MEI staat voor Minimum Efficiency Index en is een dimensieloze factor.
De index geeft het percentage pompen aan dat op 1 januari 2015 op de markt werd verkocht en die een lage hydraulische efficiëntie hadden. Zo betekent MEI 0.4 dat 40 procent van de pompen die op de markt waren, niet voldeed aan de huidige eisen. De vereiste voor de MEI-index geldt zowel voor droogloperpompen als meertrapspompen en bronpompen.
- Vanaf 1 januari 2013 was MEI ≥ 0,1.
- Vanaf 1 januari 2015 was MEI ≥ 0,4.
Vandaag (2018) is er geen tijdsindicatie-eis wanneer MEI ≥ 0,7 moet ingaan. Voorbeelden van pompmodellen die al in het kader van MEI ≥ 0,7 zijn opgenomen, zijn de Wilo-Stratos GIGA-circulatiepomp en drukverhogingspompen en boostersystemen in de Wilo-Helix-serie.

Hoe ziet de toekomst van het energielabel van pompen eruit?
Om ervoor te zorgen dat het juiste effect wordt bereikt, worden de verordeningen om de vijf jaar herzien. Dit kan ook o.a. een wijziging van de toepassing en strengere richtlijnen omvatten.
Voor de natloperpompen ligt er een voorstel voor toekomstige energievereisten op te nemen voor de SHW-circulatoren die in 2022 van kracht kan worden als een bruikbaar belastingsprofielmodel kan worden geïmplementeerd.
In de nieuwste concepten voor 2020 is een herziene motorverordening van IE2+VSD naar IE3 te zien. Ter voorbereiding op 2022 zijn, onder andere, een groter bereik in motorvermogen (omhoog en omlaag) een toegevoegde éénfasige motoren en EX-E en EX-D-motoren gepland. Voor (onder)dompelbare motoren (drainage en riolering) bestaat nog geen standaard voor het definiëren van de energie-efficiëntieklassen.
In combinatie met motoren is ook een voorstel voor een IE-classificatie van de VSD (= frequentieomvormer) gepland. Één verordening die momenteel wordt ontwikkeld, betreft het hergebruik, recyclen, vernieuwen en materiaalefficiëntie van pompen. De ambitie is om een cradle-to-cradle-aanpak te hanteren en om alle ECO-ontwerpproducten in de toekomst te betrekken. Dit staat gepland om te worden opgenomen in de bestaande verordeningen.
Er valt veel energie en geld te besparen
Door de steeds vernieuwende wet- en regelgeving rondom de energielabel, worden fabrikanten van pompen uitgedaagd de efficiëntie van de pompen steeds verder te verbeteren met als uiteindelijke doel veel energie te besparen en dit heeft uiteindelijk ook invloed op de portemonnee. Kiezen voor de meest moderne pomptechniek levert gewoonweg geld op. Het is dan vaak ook lonend om nog goed functionerende pompen te vervangen voor nieuwe. Voor grote installaties kan de Energy Consultant van Wilo je hierbij ondersteunen en je exact voorrekenen wat je gaat besparen en hoe snel de potentiële investering is terugverdiend.
Meer weten over Energy Solutions van Wilo