Een blik in de achteruitkijkspiegel
Leidende Europese fabrikanten van pompen namen al in 2005 (via de Europese pomporganisatie Europump) het initiatief tot het gebruik van energiebesparende pompen. Daarbij ging het om natloperpompen en deelname was vrijwillig. Dit project was een voorbeeld van hoe de sector op eigen initiatief de voorkeur geeft aan wetgeving om milieubewustwording te stimuleren en het energieverbruik terug te dringen.
De toegepaste markering had grotendeels dezelfde structuur die tegenwoordig wordt gebruikt in koelkasten, wasmachines en lichtbronnen.
Europa stelt nieuwe energienormen voor pompen
Met de ErP Richtlijn van de Europese Commissie trad in 2011 voor het eerst een richtlijn voor pompen in werking. Het belangrijkste verschil met eerdere richtlijnen was dat die richtlijn niet langer vrijwillig was en door alle landen binnen de EU moest worden nageleefd bij de verkoop van pompen. Deze eerste richtlijn gold voor alle droogloperpompen, zowel circulatiepompen als drukverhogingspompen.
De richtlijn omvatte ook regels voor de efficiëntie van elektrische motoren, en de eerder toegepaste indexmarkering EFF1-EFF3 werd vervangen door de Internationale Efficiëntie-index (IE).
De onderstaande tabel laat de geleidelijk strenger wordende eisen zien.
Voor natloperpompen volgde er op 1 januari 2013 nog een EU-regelgeving in het kader van de ErP Richtlijn. In deze nieuwe regelgeving werd een energie-efficiëntie-index (EEI) gedefinieerd waaraan pompen voortaan moesten voldoen. In de eerste fase werd deze index bepaald op 0,27 voor 1 augustus 2015 om later te worden verlaagd naar 0,23 nu (2018). Motoren vallen ook onder deze richtlijn.
Als gevolg hiervan is het gemiddelde energieverbruik van nieuwe natlopercirculatiepompen aanzienlijk gedaald.
Om een indruk te geven van de potentiële energiebesparing: de Europese Commissie schat dat we in 2020 in de EU een jaarlijkse energiebesparing van 23 TWh kunnen realiseren, vergelijkbaar met de energieproductie van zes middelgrote kolencentrales.
De onderstaande tabel bevat een tijdschema met de verschillende soorten installaties verdeeld in de verschillende stappen.
Het hydraulische systeem bij droogloperpompen
De bovengenoemde EI-index geldt alleen voor de efficiëntie van de motoren van droogloperpompen. Voor een holistische aanpak en om de efficiëntie van pompen in het algemeen te verhogen, kwam er in 2013 een richtlijn voor de efficiëntie van hydraulische systemen: de MEI-index. MEI staat voor Minimum Efficiency Index en het betreft hier een dimensieloze factor.
De index geeft het percentage weer van op een bepaald moment verkochte pompen met een lage hydraulische efficiëntie. Bijvoorbeeld: MEI 0,4 betekent dat 40 procent van de pompen op de markt niet aan de huidige eisen voldoet. De eis van de MEI-index geldt voor zowel droogloperpompen als voor meerstapspompen en boorgatpompen.
Vanaf 1 januari 2013 gold MEI ≥ 0,1.
Vanaf 1 januari 2015 gold MEI ≥ 0,4.
Op dit moment (2018) is er geen indicatie voor wanneer MEI ≥ 0,7 als eis wordt gesteld. Voorbeelden van pompen die al voldoen aan het framework van MEI ≥ 0,7 zijn de Wilo-Stratos GIGA-circulatiepomp en de drukverhogingspompen en booster plants uit de Wilo-Helix-serie.